Het voorjaar was zonnig en warm en nu, in de herfst, zijn er dus appels en peren in overvloed. Een collega moest dan ook nodig van zijn peren af, en wat kun je beter met zo veel peertjes doen dan ze stoven?!


Op zacht vuur de peertjes in deze kruidenwijn afgedekt een uurtje stoven. Af en toe de peren draaien (want ze staan niet onder). Daarna de gare peertjes één voor één uit het vocht verwijderen en ervoor zorgen dat er geen restjes kruiden op achterblijven. Het vocht zorgvuldig zeven en op hoog vuur tot 1/3 inkoken (zonder deksel).
En hoe smaken ze? Oh hemel; goddelijk lekker!! Écht heel kruidig en prachtig van kleur. Het rood is wonderwel tot diep in de peertjes doorgedrongen en ze zijn zo boterzacht dat je bijna het klokhuis op zou kunnen eten. Het waren ongeveer 25 peertjes en om eerlijk te zijn, overleefden slechts enkelen het weekend...

Schil 12-18 stoofpeertjes (Gieser Wildeman) maar laat de steeltjes eraan. Verwarm 750ml droge rode wijn met het sap van 1 sinaasappel, de helft van de rasp van 1 sinaasappel, 100g suiker, 2 kaneelstokjes, 10cm gemberwortel in plakjes, 5 gekneusde kardemompeulen, 1 steranijs en 2 kruidnagels tot de suiker is opgelost. Leg de peertjes in deze kruidenwijn en breng opnieuw tegen de kook aan. De peertjes moeten net onder liggen, vul anders aan met kokend water. Pocheer de peren in 2,5 tot 3 uur gaar zonder de wijn te laten koken. Schep de peren uit de pan, zeef het kookvocht en laat dit, terug in de pan, met 250ml balsamicoazijn inkoken tot een mooie siroop (duurt bijna een uur). Laat de ingekookte siroop afkoelen en serveer bij de stoofpeertjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten