Ik heb nog een paar mooie handappels van De Olmenhorst liggen. En ik vind dat ik wel een kleine traktatie heb verdiend. Nou vind ik dat laatste eigenlijk altijd wel (!), en een mens moet daar niet al te vaak aan toegeven. Maar nu moeten die appels op en dat lijkt míj het perfecte excuus. En dan beloof ik plechtig deze week twee keer te gaan fitnessen. Of in ieder geval te proberen te gaan fitnessen :)
Een klassieke tarte tatin lijkt mij een fijne uitdaging. Want hoewel het originele recept (per ongeluk ontstaan in 1889) simpel is, zijn er tegenwoordig veel varianten. Dat blijkt nog maar weer eens als ik denk op YouTube wel even hét filmpje met dé instructies voor een èchte klassieke tarte tatin te vinden. Maar er blijken zóveel recepten:
De mooiste eindresultaten zijn in mijn ogen díe taarten waarbij de suiker vooraf in de (vuurvaste) vorm tot karamel is gebubbeld. Dan kunnen de de appelparten worden toegevoegd en facultatief eerst worden verwarmd. Sommigen lakken de appeltoppen af met gesmolten boter. Het deeg is bladerdeeg of een pâte sucrée. En dan mis ik waarschijnlijk nog diverse variaties. Maar omdat één ding (na twee mislukte pogingen, zie foto hieronder met poging twee linksboven op de achtergrond), één ding heel duidelijk is - ik kan geen karamel maken - verkies ik met grote kiezen het recept van Meester Holtkamp.
Daarvoor hoef ik alleen suiker en gesmolten boter (1:1) in de vorm te doen en verder niks. Appels erop, deeglap instoppen en klein half uurtje bakken.
Ik laat de taart eerst helemaal door-en-door afkoelen voordat ik de vorm verwijder ('omdraaien op een bord'). En met het deeg van Holtkamp krijg je dan niet zo'n doorweekte bodem; deze korst is nog enigszins krokant (hoewel de sappen door de prikgaatjes in de onderkant weglekken). De zoetzure appels zijn zacht als quenelles appelmoes. De karamel is wat minder plakkerig dan wanneer ze eerst zou zijn ingekookt en ik heb mooiere resultaten op internet gezien. Eigenlijk is een tarte tatin stiekem niet de állerbeste taart allertijden, maar hij is best lekker. Ik zou trouwens zweren dat ik een taartje had gebakken. Waar is 'ie nou heen?! (lees: misselijk)