Een dagje culinair avontuur in Amsterdam. Op mijn fietsje, ookal regent het pijpestelen (dus in oversized regenpak.. het ziet er niet uit, maar ik ben er klaar voor). Ik ben gewapend met (doorweekt) papier waarop de adressen en routes voor mijn rondje. De eerste stop is bij "De Gekroonde Leeuw" (Vrijheidslaan 78), waar ik al veel over gehoord heb en al héél lang heen wil. Maar omdat ze alleen open zijn op donderdag, vrijdag en zondag; van 9.00 tot 18.00u, vergde dàt enige planning.
Rond 1850 begon Isaac de Leeuw met het inmiddels wereldwijd vermaarde 'winkeltje'. Daarnaast trok hij met weer en wind (waar ken ik dat van?) met zijn kar langs grachtenpanden en over de vele binnenstadse wateren om zijn in pekel geconserveerde groenten (augurken en uien) en 'flauwe kul' (zure leverworst) aan de man te brengen. De eikenhouten tonnen moesten in barre winters bij open haardvuur voorgewarmd worden, voordat Isaac et. al. er de straat mee op kon.
Nadat achtereenvolgens Nathan de Leeuw rond de eeuwwisseling, vervolgens Isie en na die tijd Greta gezichtsbepalend waren voor De Leeuw; was het vanaf 1986 de enige erfgenaam Fred de Leeuw die met zijn vrouw Monique een familietraditie in stand hield: de verkoop van in eigen beheer bereide fijne tafelzuren. De winkel op de Vrijheidslaan is een gekoesterd adres voor de Amsterdammers, horeca-exploitanten en liefhebbers van ver buiten de stad. En nu ikzelf er (dan eindelijk) naar binnen stap, sta ik in de rij achter twee mannen die zo meteen terug naar Marbella reizen maar zoveel mo- gelijk in de koffer mee willen nemen.
Het meest in het oog springen de vijf plastic teilen links vooraan, tot de rand gevuld met augurkjes (cornichons), gele uitjes, zure bommen en stukken (gele) komkommer 'in het nat'. En allemaal in hetzelfde nat, zegt Monique de Leeuw, maar "als je dit eet, eet je nooit meer uit een potje". Daarnaast zijn er bakken met gepekelde augurken en dito komkommers (niet mijn ding, blijkt nadat ik van de proeverijen heb genuttigd: zóut!), planken vol met potten, een olijvenbar (met olijven op eigen pekelnat) en zelfs onder de toon- bank staan potten ("met ingelegde druiven, maar die moeten nog rijpen"). Alles is hier zelf ingelegd in 'opgiet' naar familierecept. Enthousiast vertelt mw. de Leeuw het verschil tussen 'vers uit het vat' en 'op pot'. En ik krijg tips hoe mijn aankopen te behandelen. Natuurlijk is de winkel wat kneuterig ingericht ("blijf gezond, zeker weten; dan moet je onze zuurwaren eten"), maar een kniesoor die daar op let. En trouwens, wie komt hier voor de decoratie?
De oogst bestaat o.a. uit een emmertje augurken en uitjes (ca. €7), een pot rozerode herfstuitjes, 'karootje' (rode kool in wijnazijn) en zuurkoolsalade. Ik heb dan inmiddels al zoveel geproefd dat ik kan zeggen dat de zuurwaren absoluut niet smaken naar wat ik gewend ben uit de fabriek. Dit is onmiskenbaar zuur maar dan subtiel zacht zoetzuur op een niet-bijtende manier. Van de augurkjes valt eerst de knapperigheid op, dan het kruidigzoet in een mooie wijnazijn. Nergens in de winkel zijn de prijzen vermeld en toch is elke klant hebberig (en gaat met een tas vol aankopen weg). Schijnbaar kijk je voor dergelijke kwaliteitsproducten niet op een eurootje meer of minder. En terwijl ik de zware potten zuurwaren in mijn fietstassen opberg, vraag ik me af hoe het in godesnaam een goed idee was om éérst naar een fantastische zuurinleggerij te gaan? want ik zal de rest van de dag met mijn overdaad aan potten moeten sjouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten