Mijn oma was er schijnbaar verzot op, maar omdat mijn oma overleed toen ik zeventien (en zeer, zeer, had ik al gezegd zéér groen) was, heeft ze mij nooit kunnen inwijden in haar culinaire hoogstandjes. En dus moet ik zelf maar uitvogelen hoe ik haar topgerechten moet maken. Enige tijd geleden kreeg ik het (na diverse pogingen) voor elkaar om haar vermaarde potmik te reproduceren en nu lijkt het mij hét moment voor een heuse schuimomelet:
Het lijkt op zich niet zo moeilijk. Een ei splitsen (ik verdubbel de hoeveelheden), dan het eiwit heel erg luchtig opkloppen met een snufje zout en vervolgens de dooier zo dik en schuimig mogelijk kloppen met honing en wat heet water (in deze volgorde hoef je de kloppers niet tussendoor schoon te maken; zou er dooier bij het eiwit komen dan valt het wit niet meer op te kloppen). Door het eiwit wordt (spelt)meel gespateld en dan mogen de beide bestand- delen door elkaar gevouwen worden. Bakken maar, die hap.
Het beslag veroorzaakt in de hete pan geen gespetter, geknisper of andere braadgeluiden; het is alsof je een wolk bakt (niet dat ik weet hoe dat is, uiteraard). En zo makkelijk als het tot nu toe te maken was (indien je in het bezit bent van een electrische mixer, dat is), zo moeilijk blijkt de schuimomelet in de pan te keren. De eerste gaat aan stukken. De tweede (het is maar goed dat ik twee eieren had genomen..) laat ik op heel zacht vuur eerst helemaal droog worden aan de bovenkant, dan maak ik rondom de gehele onderkant eerst los om in één ferme zwiep de omelet om te draaien. Check.
Het eiergerecht smaakt licht zoet (ondanks toch best veel honing) en verder vooral naar, tja, naar volkoren lucht, eigenlijk. Heel, héél in de verte komt de smaak van een typische omelet door, maar eigenlijk is dit veel eerder een soort pannenkoek. Maar er is dan ook slechts een dunne grens tussen bloembeslag met eieren of eierbeslag met bloem. Toch? En zo lekker; er zijn helemaal geen hangop en rozijnen (zoals in het recept) nodig. Ik vat 'm, oma!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten