Gisteren mocht ik de laatste verjaardagstaart trakteren en voor deze afsluiter ging ik voor het absoluut ONconventionele: een knapperige kokosfrangipanetaart met daar onder een smeuïge laag van zoete tomatenjam:
Niet zo'n moeilijke taart om in elkaar te zetten, al zal ik een volgende keer de deegbodem niet weer een hele nacht laten rusten (en bovendien is tien minuutjes blind voorbakken genoeg!) Nou wéét ik dat mijn zelfgemaakte tomatenjam lekker zoet en 'jam-merig' is, maar toch... tóch bij het insmeren van het deeg met jam, had ik bijzonder sterk het gevoel dat ik een pizzabodem bestreek met bolognaisesaus en misschien zorgde juist dát er wel voor dat ik met enige schroom mijn taart presenteerde! Nou had ik me nergens zorgen over hoeven maken, hoor, de feesttaart smaakte vooral naar kokosmakroon met rozijnen (lekker, dus!!) en een hele lichte jamondertoon.
Alleen zag de spectaculair smakende taart er fris uit de oven een beetje te saai uit, vergeleken met zijn inhoud. Niets wat een zeefje met rietpoedersuiker cq. rietsui- kerpoeder (oftewel: poeder- rietsuiker) en een decoratief sjabloon niet op konden lossen, maar -uiteraard- ging ik nog een stapje verder. Door zélf cherrytomaatjes te konfijten... Althans, een poging daartoe te wagen.
Hoe? Een suikersiroopje koken van 100g suiker en 200ml water en hierin vervolgens (ingeprikte) cherrytomaatjes leggen, terwijl de siroop afkoelt. Daarna nogmaals de siroop mét de tomaatjes tot een kookpunt brengen, van het vuur verwijderen en laten afkoelen. Belangrijk dat de tomaatjes niet stuk worden gekookt. Deze methode levert weliswaar níet een perfect gekonfijt tomaatje op, maar levert wel een zoete vrucht op die bij doorbijten nog bijna vollledig naar (zoetzure) tomaat smaakt. Goed genoeg voor mij, dus. En al met al een zéér geslaagd experiment, want 's avonds gingen elf taartpunten schoon op!
Hoe? Een suikersiroopje koken van 100g suiker en 200ml water en hierin vervolgens (ingeprikte) cherrytomaatjes leggen, terwijl de siroop afkoelt. Daarna nogmaals de siroop mét de tomaatjes tot een kookpunt brengen, van het vuur verwijderen en laten afkoelen. Belangrijk dat de tomaatjes niet stuk worden gekookt. Deze methode levert weliswaar níet een perfect gekonfijt tomaatje op, maar levert wel een zoete vrucht op die bij doorbijten nog bijna vollledig naar (zoetzure) tomaat smaakt. Goed genoeg voor mij, dus. En al met al een zéér geslaagd experiment, want 's avonds gingen elf taartpunten schoon op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten