Na het Grote Erwtensoep Avontuur (lees: mijn eerste) slingeren restanten vlees, vleesbouillon en nog een halve knolselder met bladgroen in het huis rond. Klinkt als soep... En soep zal het zijn! Nou kan ik van mezelf maar één soep maken (oh, nee, nu kan ik ook erwtensoep maken; àls die tenminste niet te erg aanbrandt) en trouw volg ik dus deze bereidingswijze:
Twee gesnipperde uien in een scheutje olie licht aanfruiten tot de ui glazig ziet. Stukjes geschilde knolselder (½ knol) en aardappel (2 middelgrote) even meebakken en dan het geheel afblussen met bouillon (of gekookt water) en naar smaak kruiden. Een laurierblaadje (in dit geval twee; plús een kaneelstokje) of bouquet garni mee laten koken. Voeg eventueel een bouillon-of Maggiblokje toe (maar niet dit zoute spul!) en de groente gaar koken. Na een half uurtje op zacht vuur pruttelen, al dan niet met de staafmixer bewerken. En dan garneren (bijvoorbeeld met selderie; en da's handig want dat is het bladgroen van de knolselder). Zoals gezegd, er was ook nog soepvlees dus dat ging er ook nog in. Fijn zo'n soepje, met de eerste sneeuw van het jaar (afgelopen dinsdag).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten