Pannenkoekbeslag maak ik altijd op de gok. Meestal klop ik twee eieren met wat honing en een snufje zout heel luchtig en daar gaat dan zoveel melk en bloem bij tot een vloeibaar beslag ontstaat. Pancakes bak ik op dezelfde manier, maar dan gebruik ik zelfrijzend bakmeel in plaats van bloem en gaat er nog een theelepel bakpoeder doorheen. Het bakken van pancakes is niet moeilijk. Gewoon hete koekenpan met een beetje (!) boter op middelhoog vuur en daarin een juslepel beslag schenken. Mijn pancakebeslag is altijd elastisch en dik, want ik doe er niet teveel melk doorheen. Tijdens het bakken begint het 'rijzen' al:
Zodra de bovenkant ook maar enigszins langs de randen begint te drogen, de pancake (met beleid) omdraaien (dat wil zeggen: houten roerspaan of zelfs kaasschaaf eronder, uit de pan tillen en ondersteboven terug in de pan gooien). Goed mikken is geboden, want als de pancake op de rand van de pan terecht komt, heb je een 'plakprobleem'. Door de overmaat aan bakpoeder en zelfrijzend bakmeel, krijg je dan vanzelf dikke pannenkoekjes die je authentiek opstapelt. (het goudbruin gevlekte patroon van een pannenkoek ontstaat trouwens door de aanwezigheid van vet onder het deeg; in een koekenpan zonder vet, is de pannenkoek egaal bruin).
Voor een professionelere aanpak, heb ik vanochtend pancakes gebakken volgens recept. Dit beslag was veel dunner dan het mijne en het bakken ging ook wat soepeler; eleganter bijna. Maar volgens mijn lief waren deze pancakes minder dik en minder luchtig. Minder fijnig opgekomen (kijk, dat zijn de ware complimenten: mijn hap-snap aanpak overtreft het minder amateuristische origineel).
Natuurlijk is de stapel pancakes niet compleet zonder maple syrup, maar om echt een doordrenkt geheel te krijgen heb je nogal wat syrup nodig. Ik had beter tussen elke pancake al wat syrup kunnen schenken en dan nog wat over de bovenkant. Klontje roomboter erop, klaar. Wel machtig (machtig lekker)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten