Als het vriest dat het kraakt en er een dik pak sneeuw ligt, eet je na een stevig partijtje schaatsen op de bevroren binnenwateren, niets beter dan een bak erwtensoep met daarbij roggebrood en katenspek... Maar aangezien sneeuw en ijs in deze verontrustende tijden net zulke mythische vormen hebben aangenomen als het recept van moeder's oudhollandse snert ooit voor mij, zullen we het met erwtensoep moeten doen in de vorm van een 'bakkie troost'.
Voor goede erwtensoep heb je vooral goed vlees nodig. Varkensvlees van de slager dus. Míjn moeder gebruikt voor een ruime pan soep 1 bovenhiel, 1 hamschijf en 3 (of 4) krabbetjes. Schoonmoeder pakt een knieschijf in plaats van een bovenhiel, maar die zijn volgens de slager minder vlezig. Na goed heet afspoelen (zodat het minder gaat schuimen) het vlees in een pan aan de kook brengen, zo dat het vlees nèt niet onder water staat) en daarna op zacht vuur gaar laten sudderen, tussendoor steeds afschuimen (duurt dik een uur). Veel mensen voegen erwten en groenten aan de inhoud van deze pan toe, maar mijn moeder kookt beide apart, zodat ze de erwtensoep naar wens kan aanlengen met de vleesbouillon. Slim, vind ik, want eenmaal te dunne soep blíjft te dun (en dat kán natuurlijk niet; de lepel moet er rechtop in blijven staan!). In een andere pan spliterwten gaar koken (ook weer regelmatig afschuimen) en als deze bijna prakbaar zijn, groenten toevoegen in blokjes (knolselderij, aardappel, ui, prei, winterpeen) en alles garen.
Eventueel met een staafmixer de gare brokkenpap iets pureren en zéker een rookworst in plakjes toevoegen (rechtstreeks uit de verpakking). Het gekookte vlees met enkele stukken bot (om te kunnen kluiven) in de soep doen en dus naar wens de erwtensoep met de vleesbouillon aanlengen. Feitelijk is de snert dan klaar, met díe uitzondering dat de erwtensoep nog zeker een dag (of een nacht) moet staan, voordat ze op smaak is en gegeten kan worden. En de dag dáárna is ze nóg lekkerder!
Eventueel met een staafmixer de gare brokkenpap iets pureren en zéker een rookworst in plakjes toevoegen (rechtstreeks uit de verpakking). Het gekookte vlees met enkele stukken bot (om te kunnen kluiven) in de soep doen en dus naar wens de erwtensoep met de vleesbouillon aanlengen. Feitelijk is de snert dan klaar, met díe uitzondering dat de erwtensoep nog zeker een dag (of een nacht) moet staan, voordat ze op smaak is en gegeten kan worden. En de dag dáárna is ze nóg lekkerder!
Bij ons thuis eten we de erwtensoep altijd als volgt (aanvankelijk zéér tot de verbazing van mijn liefste): 1. een diep bord flink vollepelen met snert, 2. de soep zelf er uit eten (tot alle stukken vlees, worst en andere brokken vrijwel vloeistofloos achterblijven), 3. zilveruitjes, augurkjes en ander tafelzuur door de inhoud van het bord scheppen en 4. dit opeten.
(met dank aan mijn moeder die na navraag aan eigen moeder en schoonmoeder, tot bovenstaand recept kwam, waar wij al jarenlang met veel smaak van eten; alsmede vele van haar vriendinnen en buren die zelf geen erwtensoep kunnen/willen/ mogen maken)
(met dank aan mijn moeder die na navraag aan eigen moeder en schoonmoeder, tot bovenstaand recept kwam, waar wij al jarenlang met veel smaak van eten; alsmede vele van haar vriendinnen en buren die zelf geen erwtensoep kunnen/willen/ mogen maken)
heb nog gene echt goed vegetarisch recept gevonden voor snert, misschien dta ik dat ook maar moet vergeten... :-)
BeantwoordenVerwijderenMaar mocht je het ooit nog tegenkomen, ik houd me aanbevolen!