Leuk, een recept uit de Middeleeuwen. En ik weet niet of het 'hinein redenieren' is of niet, maar bij de bereiding van deze 'gespleten nonnen' krijg ik daadwerkelijk een oud-oud-Hollandsch gevoel. Ik waan mij de keukenmeid in een druk bevolkt kasteel, met kippen die om mij heen over de keukenvloer scharrelen en de onmogelijke taak om mijn gevulde eieren boven een knappend open vuur te bakken. Want dát is de bedoeling: gekookte eieren vullen en bakken, een dubbelbereiding dus:
Stap één: eieren hard koken (ongeveer 10 minuten). Dat is niet zo moeilijk en met een gaatje in de luchtkamer lukt het eigenlijk altijd. De gekookte eitjes in de lengte doormidden snijden en voorzichtig het geel eruit lepelen. Stap twee: de dooiers fijnprakken en mengen met genoemde ingrediënten (ruim kaneel-en gemberpoeder, verse peterselie, een zure appel, saffraan en ciderazijn). Iets aan deze kruidencombinatie geurt naar tijden van weleer en hoewel ik aanvankelijk vrees dat het zonder mayo nooit goed gaat komen (hadden ze natuurlijk nog niet in het jaar 1000), doet het fijngeraspte appeltje in combinatie met de appelazijn prima dienst als 'bindmiddel'. En het ruikt héérlijk!
Stap drie: de eiwithelften vullen met het dooiermengsel en in hun geheel door een losgeklopt eiwit halen. Stap vier: de 'nonnen' in bruisende boter in een warme koekenpan aan beide kanten bruin bakken, te beginnen met de vulling naar beneden. Stap vijf: warm of koud opeten. Lekker! Ik ga dit vaker maken; heel apart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten