De tante van mijn vader (nu 89 jaar) met wie ik de familiestam- boom heb uitgezocht (zij belde lukraak mensen uit het telefoon- boek met onze achternaam en dan ging ik langs om ze verder uit te horen en aantekeningen te maken), heeft tot het te onveilig was, missiewerk in Zaïre gedaan. Sinds ze uit voormalig Kongo wegge- vlucht is, resideert ze in een klooster in Nederland. Ik ga om de zoveel tijd bij haar langs om haar levendige verhalen te beluiste- ren en dus was ik op zoek naar een Kongolees recept (Kongo= Zaïre=Democratische Republiek Kongo). Helemáál omdat ikzelf bijna vier jaar in België woonde en de Kongolese invloed in dit land opvallend afwezig is; dit zéér in tegenstelling tot de invloed van de overzeese gebiedsdelen op Nederland (pindasaus bij de Chinees, broodjes pom in Rotterdam, nootmuskaat als zogenaamd oerhollandse garnering op gekookte bloemkool met een papje). Dus er viel heel wat te ontdekken, zou je zeggen, en enthousiast stortte ik me dan ook op Google. Maar dat is ook meteen waar mijn grootse zoektocht eindigde, want veel verder dan een recept voor bidia kwam ik niet, en dat is gewoon pap van maïsmeel en melk.
Dus dan maar optie nummer twee: Zuidafrika. Ik was daar, nu zo'n vijf jaar geleden, en ik reisde met een groep onbekenden van Kaap- stad via Lesotho en Swaziland naar Johannesburg. Onze gids kook- te verrukkelijk authentiek Afrikaans, maar omdat het kookvirus me toen nog niet zo gegrepen had, investeerde ik geen minuut in het achterhalen van zijn recepten. Misschien moest ik dus maar eens bobotie maken, want dat is het eerste waar ik aan denk als ik Zuidafrikaanse keuken zeg:
Ik heb het de laatste tijd helemaal op recepten met een ellenlange ingrediëntenlijst, omdat ik op die manier beter leer kruiden toe te passen. Hoe maak je iets lekker gekruid, zonder dat één specifiek kruid gaat overheersen? Nogal een kunst. Verder opvallend aan dit gerecht is dat een mengsel van lams-en varkens (of runder) ge- hakt (ik gebruik overigens alleen lamsgehakt) op smaak wordt ge- bracht met zowel massala als koriander, knoflook, rozijnen, abrikozenjam, citroen én sambal. Anders dan je zou verwachten wordt het géén kakafonie van tegengestelde smaken, hoewel het bereide vleesmengsel er - voordat het in de vorm de oven ingaat - wél uitziet als iets wat de kat heeft uitgekotst (en ik hèb niet eens een kat).
Vreemde bereidingswijze ook: gefruite ui afblussen met massala en hier koriander, knoflook en gehakt aan toevoegen. Zodra het vlees verkleurt rozijnen, amandelen, jam, sambal, citroensap en -rasp erdoor mengen en nog 5 minuten laten garen. In melk geweekt brood met eieren door de vleesbrij roeren en hiermee een ovenschaal vullen. Afdekken met appel (facultatief) en 20 minuten laten garen. Dan het resterende melkmengsel over de bovenkant uitgieten en verder afbakken.
Van 600g gehakt weet ik een bobotie voor vier personen (16cm), plús nog eens een zevental éénpersoonsboboties te fabriceren. De kleintjes gaan de diepvries in (hebben we nu nog lol van), de grote eten we samen met de nieuwe buurvrouw op, op een verder met alcohol gelardeerde vrijdagavond. Het blijkt overigens een diner een nieuwe buurvrouw waardig en er blijft geen enkel restje bobotie achter in de vorm.
Bij de bobotie hoort zogeheten begrafnisrijst (rijst op smaak ge- bracht met suiker, koenjit, zout, kaneel, kardemom en krenten). En vooruit, óók nog groenten: in citrussap gestoofde worteltjes met verse koriander. Lekker!! en in ieder geval een véle malen interessanter gerecht dan 'maïspap' uit Zaïre...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten