Iedereen hier heeft er eigenlijk wel eens van gehoord, maar bijna niemand at er ooit zelf een stuk van: Christmas Pudding. Ik maakte laatst weer een (kleinere) versie als dessert, maar die zag er niet zó spectaculair uit als deze van vier jaar geleden (met gechocola- teerde physalis), dus geen nieuw plaatje:
Officieel begint de traditiegetrouwe Engelsman (-vrouw) zéker vier, vijf weken vóór kerstmis met het deeg voor de 'pudding', en liefst nòg eerder, zodat alle smaken optimaal in kunnen trekken. Maar ik heb om heel eerlijk te zijn eigenlijk nooit begrepen of ze dan dat deeg laten trekken (met rauwe eieren en al) of dat de gare pudding staat te rijpen tot kerstmis (droog?). Ik begin dus zelf altijd een dag of drie van tevoren.

Dàn heb je een góed afsluitbare hittebestendige trommel nodig, die bovendien in een pan met heet water gaat passen. De bodem, wanden en deksel van de trommel invetten met boter of reuzel en licht bestrooien met paneermeel. Het deeg hierin overdoen en de trommel goed dichtdoen. Liefst nog met touw omwikkelen (elastiek knapt kapot bij hitte) en in een grote pan of pot met zacht kokend water in ca. 4 uur gaar koken. Ik denk dat dit ook wel kan in de oven: de trommel dan in een ovenschaal zetten en deze voor driekwart vullen met gekookt water.
Eigenlijk is het garen van de pudding de grote truc; hierbij kan het meeste misgaan. Bij mij is al wel eens de trommel opengegaan tijdens het koken, zodat een deel van het deeg in het water stroomde (níet fijn). En ik heb het ook al wel eens gehad dat ik niet goed had opgelet of het water in de pan niet droogkookte en toen had de pudding aan de bovenkant een beetje een hard uitgedroogd randje. Maar los daarvan: het presenteren van een dergelijk indrukwekkend nagerecht is de adrenaline méér dan waard; en de smaak is verrukkelijk (ookal is de pudding élke keer weer anders).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten