Met het lekkere gehakt van de paardenslager (70% paardenvlees, 30% varken) ga ik natúúrlijk gehaktballen maken. Maar wat mij be- treft moeten het wel van die ouderwets lekkere gehaktballen met de smaak van vroeger zijn, dus pak ik er een receptje bij en sla aan het mengen. Het paardengehakt wordt samen met een gesnip- perd uitje, 1 losgeklopt ei, 2tl grove mosterd, vier verkruimelde beschuiten, een mespuntje sambal, zout, peper en flink veel verse peterselie goed doorgekneed en vervolgens tot ballen gedraaid. Niet zulke grote, maar handzame middelmaat ballen (zodat je er met ongeveer honderd gram vlees per dag, twéé op je bord krijgt). De ballen door bloem wentelen en in uitgebruisde boter rondom bruin bakken. Laurierblaadjes erbij en een klein half uurtje laten doorgaren op laag vuur. Het resterende bakvet wordt met wat tomatenpuree en een scheut water losgeroerd en ingekookt tot jus. Geserveerd met amandelen inderdaad een wáre lekkernij!
Van rundergehakt uit de diepvries draai ik maar meteen ballen à la Librije (met ketjap manis, mosterd, cayennepeper en véél zout), maar die bevallen me minder goed dan de ballen met-die-bijna-vergeten-smaak-van-vroeger, gemaakt van paardengehakt. En sowieso is de beschreven Librijejus véél te vet (foto links). .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten