Zo'n klein (Belgisch) broodtaartje is snel genoeg in elkaar geknut- seld. Eerst wordt een lekker smeuïge vulling gemaakt van (100g) appelmoes/appelcompôte, (3) bolletjes fijngesneden stemgember, (1tl) kaneel en fijngesneden geweekte (2,5el) blanke rozijnen en (1,5el) krentjes. Uitgestoken rondjes witbrood worden door (3) losgeklopte eieren met een flinke scheut melk en wat zout gehaald om er vervolgens de bodems van (2 grote en 4 kleine) beboterde ovenschaaltjes mee te bedekken. Vulling erover verdelen, nóg zo'n nat broodrondje met wat eiermengsel en afstrooien met suiker.
Na tien minuten in de voorverwarmde oven plakken broodrondjes en vulling vreemdsoortig aan elkaar tot een taartje. De bolgerezen toetjes platten uit de oven in rap tempo weer af, maar het ruikt wél lekker. Op de één of andere manier is de geribbelde witte cocotte met het geelbruine korstje dat er à la soufflé bovenuit rijst, stijlvol genoeg om gasten voor te zetten. Weten zij veel dat dit feitelijk brood met appelmoes is..
Leuke van zo'n oventoetje is dat je niet weet wat er gaat komen. Oké, je ziet een krokante bovenlaag met gebruind suikerkorstje, maar je hebt een vork nodig om te weten wat de rest gaat bieden. De onderste laag is wat zompiger en tussen deze beide in zit een kruidige bruine kern met vooral rozijnensmaak. De vulling heeft wel wat weg van minced meat en is natuurlijk elke volgende keer aan te passen aan de wensen van dat moment (meer fruit, meer gember, minder rozijnen, andere specerijen). Een beetje te eiig, deze eerste poging. En op z'n best na een dagje staan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten