De terugkeer van het jaarlijkse bakfestijn komt dit keer niet met zoveel bombarie als ik misschien wel had gewild, maar dat doet voor mij weinig af aan de lol van met je handen in het deeg zitten. En dat is ook wel weer eens een fijne afwisseling na zolang met mijn handen in het haar. Collega's op het werk vertellen mij dat ze, na de appelcidertaart van vorig jaar, zich vanochtend op de fiets al likkebaardend verheugden op de koffiepauze van vandaag. Waar ik me enorm vereerd door voel (en wat stiekem ook de bedoeling was). Maar het zal tot 2012 moeten wachten dat ik meer met een dergelijke inge-nieuze taart kom; voor dit jaar zal een klassieke tulband moeten volstaan:
Ik 'moet' meer dan twintig mensen voeden met de tulband en dus vermenigvuldig ik de hoeveelheden met anderhalf. Potdosie, dat betekent negen eiwitten stijf kloppen: goddank voor elektriciteit (een mens moet zijn zegeningen tellen). Ik klop de eiwitten eerst (met een kwart van de witte basterdsuiker, zodat ze een tijdje stijf blíjven) en daarna pas de dooiers; dat scheelt me weer een keer de kloppers schoonmaken (hoewel één van genoemde zegeningen de afwasmachine is, en stromend warm water 'voor die materie'). De in het recept beschreven methode gebruikt wel een heel andere techniek dan ik voor cake gewend ben (interessant dus). En wat ruikt citroenzest toch héérlijk!

Geen opmerkingen:
Een reactie posten