Ik heb een grote voorkeur ontwikkeld voor het bereiden van maal- tijden die langer dan een dag meegaan (en dan bedoel ik grotere porties waar je vaker van kunt eten). Ik kook meestal alleen voor mezelf en wie heeft er nu tijd voor (lees: zin in) elke dag verzinnen wat je nou weer moet eten, boodschappen daarvoor doen inclu- sief dagelijks terugkerende kooksessies. Hoe leuk koken ook is, na het werk wil ik voedsel. En wel direct bij thuiskomst.
De lezer die verder kijkt dan zijn neus (en mijn tekst) lang is, heeft al gezien dat ik helemaal geen groene kool heb gebruikt. Want dat hadden ze niet. 'Ze' hadden wel spitskool en ach, kool is kool (soort van). Bovendien had ik dus ècht geen zin in meer dan één bood- schappenrit. Zie boven.
Terwijl de losse bladeren (spits)kool in een grote pan met kokende bouillon blancheren, bak ik in een pan het worstvlees aan. Ik heb van 4 saucijzen het vel verwijderd en het vlees aan mootjes gehakt (en dat was ook wel nodig, want het vlees laat zich niet rul bakken. Knoflook, witte peper, citroenrasp, verse peterselie, gesnipperde ui, kerriepoeder en (200g) voorgekookte kastanjes dienen als ver- dere smaakmakers.
De kool wordt gevuld met het vleesmengsel en in de oven verder gegaard. En zoals te verwachten viel kan ik meermaals van deze schotel genieten; drie keer om precies te zijn. Met geblancheerde broccoli of een begeleidende salade betekent dat elke keer weer genieten, want de koolpakketjes zijn goed te pruimen, eh, te kolen. Alleen valt de vulling een beetje uit elkaar; gehakt zou als 'cement' een aanvulling zijn geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten